Bezorgd om je kinderen die terug naar school gaan?

Onze mixen vanaf € 20

Bekijk onze producten

Zelf jouw Bachbloesemmix samenstellen

Maak je eigen mix

Bachbloesem Mix 78
Bang om verlaten te worden

Meer info

Het is volkomen normaal dat kinderen geen zin hebben om terug naar school te gaan, maar wist je dat sommige ouders ook lijden aan ouderlijke verlatingsangst wanneer de zomer eindigt?

Deze angst varieert van een milde tot extreme vorm, en kan leiden tot nervositeit, verdriet of zelfs depressie.

Hoe kunnen ouders aan verlatingsangst lijden?

Misschien vraag je je af waarom sommige ouders aan verlatingsangst lijden als hun kinderen terug naar school moeten, terwijl anderen net blij zijn om eindelijk terug rust en vrede in hun leven te hebben.

De redenen kunnen natuurlijk per individu verschillen, maar meestal zijn dit de dingen waar die ouders aan denken;

• Ze maken zich zorgen dat hun kind het niet goed zal doen
• Ze maken zich zorgen dat hun kind zich niet zal kunnen aanpassen aan de school
• Ze zullen het missen om tijd door te brengen met hun kind
• Ze zullen een deel van de ontwikkeling van hun kind missen

Wat kan je doen om deze angstgevoelens te verlichten?

Als je deze angstgevoelens wil verlichten wanneer je kind naar school vertrekt, dan zijn er een aantal dingen die je kan uitproberen.

1. Begrijp dat elkaar eens verlaten een deel van het leven is, je zal het nog genoeg tegenkomen in de loop van je leven. Denk positief over de dingen. Je kind heeft wat ruimte weg van jou nodig om te leren en te groeien, en ze hebben andere mensen in hun leven nodig dan hun ouders, dus het is belangrijk om hen relaties te laten ontwikkelen zonder dat je in de buurt bent.
   
   
2. Wees bezig. Zorg dat je het druk hebt. Nu is een goed moment om de slaapkamers of andere plaatsen in huis eens op punt te stellen, of gooi jezelf volledig in je job, of ga er eens op uit met vrienden. Probeer manieren te vinden om tijd te spenderen waarin je niet zit te treuren om je kind.
   
   
3. Praat met andere ouders. Je komt er misschien tegen die zich net zo voelen zoals jij je voelt, en ze zullen graag meedoen met bepaalde activiteiten die je zou kunnen plannen.
   
   
4. Probeer je bezorgdheid niet door te geven aan je kind. Als je hem of haar achterlaat, wind er dan geen doekjes om. Neem afscheid en ga weg, zonder je om te draaien. Word niet emotioneel, want dit zal je kind verontrusten, en je wilt niet dat dit gedrag van jou overgenomen wordt.
   
   
5. Doe alle dingen die je deze zomer wou doen, maar je niet in geslaagd bent omdat je je kind bij je had. Ga eens voor een nieuw kapsel, geniet van langere wandelingen, ga naar zwembaden, maak de oven eens schoon, lees een boek! Breng wat tijd door met je partner. De mogelijkheden zijn eindeloos.
   
   
6. Voel jezelf niet schuldig als je je amuseert terwijl je kind op school zit. Jij hebt ook het recht om je te amuseren. Hoe meer je je eigen leven hebt, hoe meer zelfvertrouwen en geluk je zal hebben, en dat zal zich overzetten op je kind.
   
   
7. Wees niet bezorgd dat je sleutelmomenten in je kind z’n leven zal missen. Soms is je kind beter af bij anderen om nieuwe vaardigheden te leren. Sommige vaardigheden kan je nu eenmaal niet zelf aan je kind leren en leren ze dus beter bij experts. Denk eens over alle dingen die je hebt bereikt zonder dat je ouders erbij waren. Je was zelfs waarschijnlijk trots om het hen te zeggen. Ontken je kind dat moment van geluk en trots niet.
   
   
8. Onthoud – jij bent de volwassene. Je kind verlaat je niet. Jij, als de ouder, geeft het de vrijheid die het nodig heeft om te groeien en normaal te ontwikkelen. Er hoeft geen schuldgevoel te zijn, en je zou net moeten zoveel mogelijk proberen te voorkomen dat je kind je verlatingsangst overneemt. Ouderlijke verlatingsangst zet zich vaak voort op de kinderen en draagt bij tot hun angsten, dus draag niet bij aan die cyclus van angst en schuldgevoel.
   
   
9. Wees erg enthousiast en vrolijk over wat je kind zal doen, en vraag het er alles over te vertellen als het thuiskomt. Wees heel optimistisch en steun je kinderen bij wat ze doen.
   ​
   
10. Plan leuke dingen als ze thuis zijn – ’s avonds en in het weekend, en pieker niet te veel.